Bouwen met CLT is een goede investering

Bouwen met CLT

In Nederland staat het nog in de kinderschoenen. Vooral als het gaat om grote(re) projecten is het een nog onbekende vorm van bouwen. Woningcorporaties en projectontwikkelaars hebben nog veel vragen, met name als het gaat over de bouwkosten en het rendement van de investering. Dat zijn begrijpelijke vragen, waar volgens ons goede antwoorden op zijn. In dit blog geven we drie redenen die kiezen voor woningen van CLT een goede investering maken.

Een korte bouwtijd

De Tala Nerf woningen leveren wij 28 weken na het tekenen van de overeenkomst op. Dat duurt voor conventionele woningen zeker twee keer zo lang. De kortere bouwtijd bereiken we door modules in een fabriek te bouwen. De modules zijn in hoge mate gestandaardiseerd, waardoor we er veel in korte tijd kunnen maken. De fabrieksomgeving is daarnaast ook nog eens vrij van weersinvloeden die bij conventionele bouw leiden tot, onmogelijk te voorspellen, wachttijd. Uiteindelijk kunnen de woningen dus zo’n half jaar eerder in de verhuur.

Het bouwen in de fabriek heeft ook een positieve impact op de eventuele overlast in een wijk. Het gaat daar om een bouwperiode van enkele weken in plaats van perioden van een jaar of meer. Als organisatie die de woningen laat bouwen mag je dus ook minder kosten verwachten voor bijvoorbeeld klachtenafhandeling en het leefbaar houden van de wijk waarin gebouwd wordt.

Gelijke of lagere bouwkosten

CLT is nu nog duurder dan de bekendere bouwmaterialen zoals beton. Maar de bouwkosten worden door meer bepaald dan het materiaal. Arbeidstijd is bijvoorbeeld een belangrijke factor en die is voor modulaire woningen van CLT korter. Wederom door standaardisatie, maar ook doordat personeel continu door kan werken. In de bouw moet personeel dat niet kan bouwen door weersomstandigheden nog steeds betaald worden. Ook voor onze woningen zijn de bouwkosten nu gelijk aan die van conventionele woningen.

De beprijzing van CO2 uitstoot is op Europees niveau is al een feit voor diverse sectoren en zal voor de bebouwde omgeving ook snel ingevoerd worden. Ook Nederland zal waarschijnlijk kosten gaan verbinden aan de uitstoot van CO2. De kostprijs van CO2 producerende grondstoffen zoals beton zal daardoor zeker stijgen. De prijs van hout, dat CO2 opslaat in plaats van uitstoot, zal niet veranderen.

Tegelijkertijd vindt er een verschuiving plaats in investeringsland waarbij de kosten voor een investering steeds nadrukkelijker afgezet worden tegen de maatschappelijke waarde van een project. Steeds meer partijen maken duidelijk dat zij rendement breder zien dan alleen financieel.

Hogere restwaarde

Woningen die nu gebouwd worden voldoen aan de duurzaamheidseisen die nu gelden. Dat is niet helemaal waar, want een woning van CLT doet het eigenlijk veel beter dan die eisen. We weten ook dat conventionele woningen die aan de eisen van vandaag voldoen, over 10 jaar zeer waarschijnlijk weer een verduurzamingsslag moeten maken. Dat vraagt om een nieuwe investering die voor een houten huis niet nodig is.

Wij produceren onze huizen in een zogenaamd droogbouwproces. Daardoor kan alles in de woning geschroefd of genageld worden. Dit in tegenstelling tot conventionele bouw waar gewerkt wordt met natte materialen zoals beton, PUR en specie voor bakstenen. Dat laatste zorgt ervoor dat materialen moeilijk weer los te maken zijn en dus niet of veel minder geschikt zijn voor hergebruik.

Woningen uit een droogbouwproces kunnen na de gebruiksperiode als huurhuis op diverse manieren hergebruikt worden. De woning kan gedemonteerd worden en weer als (vakantie)woning ingezet worden op een andere plek. Maar door de volledig demontabele delen en materialen zijn er legio opties voor hergebruik. Als allerlaatste optie kan het als biomassa voor energieopwekking gebruikt worden.

Bouwen met CLT heeft de toekomst

Dus bouwen met CLT is voor Nederland misschien een nog relatief onbekende optie, maar ook één die toekomst heeft. We moeten veel en snel bouwen. Dat kan met hout. We moeten onze CO2 uitstoot drastisch reduceren. Dat kan met hout. We willen dat de bouwsector werkelijk circulair wordt. Dat kan met hout.